Lezing 1 – Femke Deen: Moeders des Vaderlandse (16e-18e eeuw)
De geschiedenis van de Nederlanden is niet alleen gevormd door mannen, maar ook door een aantal krachtige en invloedrijke vrouwen. Tot nu toe hebben zij weinig erkenning gekregen voor hun cruciale bijdrage aan de vorming van Nederland en België. In deze lezing zet historicus Femke Deen dit verzuim recht. Zij schetst het bewogen leven van vrouwen als Margaretha van Oostenrijk, Albertine Agnes van Oranje-Nassau en Louise de Coligny, en laat zien waarom ze zo belangrijk zijn geweest voor onze geschiedenis. En ze geeft antwoord op de vraag: hoe komt het eigenlijk dat deze vrouwen zo lang zijn ‘vergeten’?
Samen met Ineke Huysman stelde Femke Deen een bundel samen getiteld Moeders des Vaderlands. De vrouwen die de Nederlanden vormden (Atlas Contact 2024). In dit boek brengen achttien historici uit binnen-en buitenland de machtige vorstinnen uit de middeleeuwen en de vroegmoderne tijd tot leven.
De Nederlanden werden niet alleen geleid en gevormd door mannen, maar ook door een reeks invloedrijke en machtige vrouwen. Deze Moeders des Vaderlands krijgen nauwelijks erkenning voor de rol die zij speelden in de ontstaansgeschiedenis van Nederland en België. En dat terwijl ze minstens even belangrijk waren voor het smeden van eenheid, het uitbouwen van netwerken, het beoefenen van diplomatie en het voeren van oorlogen. Dit boek beschrijft de rol die vrouwen zoals landvoogdes Maria van Hongarije en stadhoudersvrouw Sophie Hedwig van Brunswijk speelden in de Nederlanden van de vroege Middeleeuwen tot het ontstaan van het koninkrijk der Nederlanden.
Moeders des Vaderlands toont deze veelal vergeten vrouwen als de politieke spelers die zij waren. De vaderlandse geschiedenis zal voortaan niet alleen meer geassocieerd worden met Karel v, Willem van Oranje en Johan de Witt, maar ook met Margaretha van Parma, Amalia van Solms en Albertine Agnes van Oranje-Nassau.
Femke Deen (Bussum 1975) is een Nederlandse historicus en schrijfster, gespecialiseerd in de geschiedenis van de zestiende eeuw. In 2012 promoveerde ze aan de Universiteit van Amsterdam op een dissertatie getiteld Publiek debat en propaganda in Amsterdam tijdens de Nederlandse Opstand. Amsterdam ‘Moorddam’ 1566-1578.

Lezing 2 – Agnes van Steen: De vrouwenbeweging en het ongehuwde moederschap (19e/20e eeuw)
Vanaf circa 1900 boden de Vrouwenbond tot Verhoging van het Zedelijk Bewustzijn en de Vereniging Onderlinge Vrouwenbescherming hulp aan ongehuwde moeders. Deze moeders konden in de problemen komen als zij er – financieel – alleen voorstonden, omdat de vaders buiten beeld bleven. Dit was mede mogelijk doordat het onderzoek naar het vaderschap bij wet was verboden. De genoemde organisaties, die tot de vrouwenbeweging behoorden, streden dan ook tegen dit verbod.
In haar lezing gaat Agnes van Steen in op het doel en de werkwijze van de Vrouwenbond en van Onderlinge Vrouwenbescherming en schetst zij een beeld van de ongetrouwde moeders, waarbij zij gebruik maakt van voorbeelden uit haar eigen familiegeschiedenis.
Agnes van Steen promoveerde in 2023 aan de Universiteit Leiden op een dissertatie getiteld Van liefdadigheid naar abortusstrijd. Leidse Vrouwen en de Nederlandse vrouwenbeweging van 1860 tot 1990. Voor deze publicatie ontving zij tijdens de 122ste dies natalis op 2 november 2024 de wetenschapsprijs van de Historische Vereniging Oud Leiden.

Lezing 3 – Mart van der Wiel: De vele gezichten van vrouwen in het verzet (20e eeuw)
De verhalen die over het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog en nadien werden verteld waren vaak spannend en gingen veelal om zaken van leven en dood. Maar in de decennia die volgden op de oorlog werd er op een bepaalde manier gekeken naar de oorlog. Ook het verzet werd daarbij op een bepaalde manier belicht. Hierdoor ontstond een vertekend beeld. Bepaalde stemmen namen en kregen meer aandacht, en bepaalde vormen van verzet stonden hoger in aanzien dan anderen. Deze ongelijkheid trof vooral vrouwen. De afgelopen jaren is deze ongelijkheid gelukkig aangekaart. In deze lezing worden enkele redenen gegeven waarom zo veel verzetsvrouwen zo lang buiten beeld zijn gebleven in de verhalen over het verzet, en hoe en op welke manier dit beeld de afgelopen jaren is veranderd.
Mart van der Wiel is senior medewerker presentatie en Provinciale Atlas bij het Noord-Hollands archief. Hij was projectleider bij het onderzoek naar activiteiten van vrouwen in Verzet in Noord-Holland.

Lezing 4 – Cor Smit: Het leven van de Leidse fabrieksmeisjes (19e/20e eeuw)
Als er één groep is die het beeld van de Leidse industrie bepaalde, dat waren het waarschijnlijk wel de fabrieksmeisjes. Luidruchtig vrolijk, een tikje brutaal, bevolkten zij de fabrieken en bepaalden zij het straatbeeld wanneer die uitgingen. Jonge meisjes en jonge vrouwen waren het, want in een fabriek werken deden ze tot ze trouwden of het eerste kind op komst was. In sommige bedrijfstakken, zoals in de textielindustrie, maar ook in de koekjesfabrieken, vormden zij de meerderheid van het personeel.
De Leidse stadshistoricus Cor Smit vertelt over hun geschiedenis Over wat ze deden in en buiten de fabriek; over hoe het begonnen is en weer verdwenen; over hoe ‘nette’ burgers tegen ze aankijken en hoe zij zelf tegen anderen aankeken.
Cor Smit (Schiedam 1954) is als zelfstandig werkend historicus, onderzoeker en tekstschrijver actief in Leiden. Hij publiceert regelmatig over de sociale en economische geschiedenis van de 19e en 20e eeuw en over allerlei facetten van de geschiedenis van Leiden en plaatsen in de omgeving.
In 2014 promoveerde hij aan de Universiteit Utrecht op een dissertatie getiteld De Leidse Fabriekskinderen. Kinderarbeid, industrialisatie en samenleving in een Hollandse stad, 1800-1914, een onderwerp dat veel te maken heeft met de Leidse fabrieksmeisjes.
