Het 19e-eeuwse Friesland was van een trots zelfstandig gewest met een eigen stadhouder veranderd in een perifere Nederlandse provincie, ondergeschikt aan de regering in Den Haag. Dit verlies aan eigenheid leidde tot een opleving van de belangstelling voor het roemruchte Friese verleden. Een kleine bovenlaag van oude adel en nieuwe burgerij liep voorop in de herontdekking van de eigen Friese identiteit.
Een prominente vertegenwoordiger van deze elite was mr. Wiardus Willem (Wite) Buma (1802-1873). Hij was jarenlang gedeputeerde en vervolgens lid en president van het provinciaal gerechtshof van Friesland. De spreker heeft over hem een boek geschreven dat in 2023 is verschenen.
Sybrand van Haersma Buma (Workum 1965) is sinds 2019 burgemeester van Leeuwarden. Daarvoor was hij fractievoorzitter in de Tweede Kamer en politiek leider van het CDA. Hij is de achter-achter-achterkleinzoon van Wiardus Willem Buma. Hij is lid van het bestuur van de stichting mr. W.W. Bumaleen. In 2019 heeft hij bij de NGV afdeling Friesland gesproken over Gerlacus Buma, een broer van Wiardus Willem.
Tijdens de lezing zal het gaan over het familieboek over Corbée, Corbie, Corbié, Corbier, Corpiejé en Corpier. Stuk voor stuk worden bijzondere mensen beschreven. Een aantal ervan komt tijdens deze lezing aan bod. Ook worden de beroepen die ze uitoefenden zoals scharenslijper, schipper, kermisreiziger, koopman, koopvrouw en schapenscheerder onder de aandacht gebracht. Leuk om alvast te noemen is dat er een schaapscheerder was, die getrouwd was met een Corbie. Hij had het vak geleerd van zijn vader toen hij nog maar acht jaar oud was. Hij hield zo van zijn vak dat hij door bleef gaan tot het bittere einde.
Eén van de Corpiers was een pommerant oftewel straatfiguur; hij mag natuurlijk niet ontbreken. Wat vrij vaak gebeurde is dat men na de Eerste Wereldoorlog emigreerde. Eén van de Corbiés koos op 16-jarige leeftijd het ruime sop. Zij emigreerde naar New York op zoek naar een betere plek.
Een ander onderwerp dat aan bod gaat komen is de zogenaamde “deugnietjes”. Er zijn Corpiers die belandden in de Strafgevangenis van Leeuwarden en Utrecht. De vergrijpen waren divers. Zoals overal waren er arme en rijke mensen, zo ook onder de Corbies. Eén van de armeren belandde in de strafkolonie Ommerschans waar mensen als voorwerpen werden gezien en behandeld. Pommerant Corpier kwam overigens in de strafkolonie Veenhuizen terecht. ‘Het kan verkeren’, zei Bredero ooit…
Maurice D. Heeremans (1968) werkte als financieel adviseur bij bedrijven, onder andere bij Univé Drenthe-Overijssel. Vanaf 2018 houdt hij zich bezig met genealogie. In dat jaar werd hij vrijwilliger bij het Historisch Reisbureau Tresoar. Hij schreef een aantal familieboeken, als laatste één over de familie Keizer (bekend van Kleine Keizer uit ’t Bildt). Als onderzoeker bestudeert hij de Joden in Friesland, Drenthe en Gelderland. Dit laatste doet hij samen met Niki Hiemstra.
Niki Hiemstra (1962) werkt vier dagen in de week bij de ING en sinds een jaar één dag in de week als vrijwilliger bij het Historisch Reisbureau. Naast klantvragen over stambomen en kwartieren houdt ze zich bezig met onderzoek naar de Joden van Friesland en het verzet in de Tweede Wereldoorlog in Friesland. Haar positieve belangstelling voor Gods volk heeft ze van huis uit en dat heeft er deels toe geleid dat ze tijdens haar studie onderzoek heeft gedaan naar de Joden van Thessaloniki.
Agenda voor de bijeenkomst:
- Opening en Mededelingen door foarsitter Gosse van der Plaats
- Verslag van 26 oktober 2024
- De Famylje Corbie door Maurice D. Heeremans en Niki Hiemstra. De lezing is in het Nederlands.
- Halverwege de lezing: pauze
- Sluiten
Belangstellenden zijn van harte welkom! Toegang gratis.
Petrus Meinderts (Piet) Huizinga (1877-1958) was een halve eeuw boer op “De Kië” bij Blauwhuis, officieel behorend bij Greonterp. Piet, opgegroeid in Poppingawier, trouwde met Johanna Sinnema uit Wergea en ze kregen twaalf kinderen. Piet was niet alleen boer en vader, maar ook chroniqueur. Hij schreef dagboeken vol over wat hij allemaal beleefde. In 2024 is de publicatie “Het Friese geslacht Huizinga” verschenen, samengesteld door kleinzoon Berthoo Lammers. Hierin zijn de dagboeken gebundeld en bewerkt tot een leesbare kroniek.
“Het boek schetst een beeld van de zware leefomstandigheden, de macht van de kerk, de rijkdom van de rijken en de onderdrukking van de armen op het Friese platteland over een brede periode. De passie voor het boerenleven, de kracht om te overleven en het grote geloofsvertrouwen worden zwaar op de proef gesteld. Dit boek biedt de lezer een zeldzaam historisch inzicht in het leven op het Friese platteland.”
De spreker, Berthoo Lammers, geboren in 1957 in Duistervoorde (Twello) en sinds 1978 woonachtig in Emmeloord, Noordoostpolder, is als klinisch chemisch analist werkzaam geweest in het Dokter J.H. Jansenziekenhuis te Emmeloord. In de negentiger jaren heeft hij wiskunde gestudeerd en aansluitend is hij in 1998 een ICT Software ontwikkelbedrijf gestart voor thuiszorg en gemeenten. Hij is momenteel lokaal politicus en raadslid in de gemeente Noordoostpolder. Hij is oprichter van Stichting Canon de Noordoostpolder, een historische vereniging met als doel erfgoed veilig te stellen en de ontstaansgeschiedenis van de Noordoostpolder onder de aandacht te brengen; daarnaast schrijver van de thrillerboeken-serie “De smaak van korenwijn” en portrettekenaar.
De lezing zal hij samen met Liesbeth Weijs geven. Zij zal inzoomen op het taalgebruik en de Frisismen, en hoe die vertaald zijn zonder de authenticiteit te verliezen.
In 2024 is bij Uitgeverij Noordboek de publicatie “Harlingers en hun wapenborden 1740-1910” verschenen. De gegevens voor het boek zijn verzameld en samengesteld door Dirk Zeilmaker; de redactie was in handen van Kees Kuiken. De heer mr Jan T. Anema zal hierover spreken.
In het Gemeentemuseum het Hannemahuis in Harlingen en in het stadhuis van die stad hangen dertien geschilderde wapenborden met daarop honderden familiewapens; ze vormen een aparte deelcollectie van het museum. De doeken zijn gemaakt voor een viertal bestuursorganen in de achttiende en negentiende eeuw. De meeste maken deel uit van de vaste presentatie van het museum; t/m 22 februari 2025 is in het Hannemahuis een tentoonstelling over de wapenborden.
Mr Jan Taekele Anema (Leeuwarden 1944), notaris en advocaat te Utrecht, sedert 1993 te Rotterdam, was en is bestuurslid in diverse besturen in zijn vakgebied en op het terrein van genealogie en heraldiek. Hij schreef sinds 1967 diverse artikelen, onder meer in Gens Nostra, De Nederlandsche Leeuw en het Genealogysk Jierboek. Thans is hij Heraut Âlve Stêden (foarsitter) fan de Fryske Rie foar Heraldyk. Daarnaast is hij internationaal actief op dit gebied.
Nadere informatie over de publicatie en de tentoonstelling is te vinden op de websites van de uitgever en het museum.
Wie waren mijn voorouders en waar kwamen zij vandaan? Die vragen zijn dank zij DNA-testen steeds makkelijker te beantwoorden. Maar hoe werkt dat, welke mogelijkheden zijn er en wat kun je er eigenlijk mee? Die vragen hoopt Annemieke van der Vegt te beantwoorden tijdens haar lezing.
In 2014 was haar vader de eerste in haar familie die ze vroeg een DNA-test te doen. Toen de uitslag daarvan binnenkwam werd bevestigd dat zij een West-Afrikaanse voorvader heeft. Tijdens haar uitgebreide onderzoek “Hoe heette Christiaan?” werd ook DNA ingezet, veel nazaten lieten zich testen. Hierdoor kreeg Annemieke steeds meer mogelijkheden voor onderzoek. Ze vond koekoekskinderen, buitenechtelijke kinderen en onbekende nazaten. Aan Annemieke is in 2022 de Nederlandse Prijs voor Genealogie toegekend voor dit onderzoek, dat u op haar blog www.hoeheettechristiaan.nl kunt lezen. Met deze kennis is ze lid van het zoekteam van familiedetective Els Leijs en heeft ze in 2021 haar onderzoeksbureau DNA Hulp opgericht. Samen met haar cliënten gaat ze op zoek naar onbekende voorouders, gebruik makend van DNA; naar ouders, grootouders en overgrootouders die met traditioneel onderzoek niet gevonden kunnen worden. Tijdens de lezing vertelt ze over de verschillende soorten DNA-tests en wat er door zichtbaar wordt.
Afdelingsbijeenkomst met een lezing. Aan de lezing gaat een korte afdelingsledenvergadering vooraf. Nadere informatie staat in het voorjaarsnummer van afdelingstijdschrift 11 en 30.