DNA = DeoxyriboNucleic Acid = Desoxyribonucleïnezuur, geschreven in 2-letter combinaties: A-T en G-C (Adenine met Thymine en Guanine met Cytosine) als sporten in een opgerolde wenteltrap
aDNA = ancient DNA = DNA geïsoleerd uit oude vondsten van organismen
atDNA = autosomaal DNA = DNA op de (meestal) niet-geslachtsbepalende chromosomen waarvan een ouder zijn of haar helft overdraagt aan ieder van zijn of haar kinderen
cM = centimorgan = een maat voor de hoeveelheid DNA die je met een familielid gemeen hebt
eDNA = environmental DNA = DNA geïsoleerd uit de omgeving van (vroeger) levende organismen
Gen (mv. Genen) = eenheid van de erfelijke informatie voor één functie
Haplogroup = genetische groep met dezelfde voorouder in mannelijke of vrouwelijke lijn
mtDNA = mitochondriaal DNA = het DNA dat met haar mitochondriën alleen door de moeder wordt doorgegeven aan al haar kinderen
yDNA = y chromosomaal DNA = het DNA dat met zijn kleinste chromosoompje door de vader wordt doorgegeven aan al zijn zonen
Epigenetica = het omkeerbare (erfelijke) aan en uitzetten van een gen zonder wijzigingen in de volgorde van de 4 letters in het DNA alfabet