Tot 1335 maakte men in de Tielerwaard en Bommelerwaard gebruik van de schepenbank in Zaltbommel. In dat jaar werd het gebied opgesplitst: op 27 maart 1335 werden de schepenbanken van Tuil, Deil, Zuilichem en Driel opgericht. Zie Nijhoff, Gedenkwaardigheden, deel 1, No 302, pag. 348.
Oudere schepenbrieven van Zaltbommel die qua gebied vielen onder de nieuwe rechtbanken bleven daarna “in haar macht” maar moesten worden gericht met de richter en schepenen waar het gebied onder viel. (NB. een merkwaardige uitzondering vormt nr. 421 van het Cartularium der Abdij Marienweerd, op 5 dec. 1333. Deze betreft land in Ophemert en de schenking vindt plaats voor schepenen van Tiel).
Het gericht van de Bank van Tuil omvatte: Herwijnen, Hellouw, Haaften, Tuil, Waardenburg (Hiern), Neerijnen, Opijnen, Est, Heesselt, Varik, Ophemert en Zennewijnen.
Het Cartularium van het Groote Bommelsche Gasthuis
Dit cartularium (een verzameling afschriften van akten) is een bijzonder boekwerk dat helaas verloren is geraakt. Gelukkig is het op film gezet, waardoor de inhoud bewaard is gebleven. Het betreft een flinke verzameling die meerdere schepenbanken bestrijkt en waarvan een groot deel in het Latijn is opgeteld. In gescande vorm staat het nu online.
Als onderdeel van het “project schepenbanken” is besloten het cartularium integraal te transcriberen. Gaandeweg worden de transcripties online gezet bij de diverse schepenbanken, en uiteindelijk zal dat hopelijk resulteren tot een totaal getranscribeerde inhoud van het boekwerk.
14-01-1461. Schepenen: Gherijt Scoecke en Otte Pauwe |
Wij Gherijt Scoecke ende Otte Pauwe scepen in Tuel tugen dat voir ons comen is Roelof van Groensbeeck ende heeft vercoft … … … op sente Ponciaens dach des heilighen martelaers |
Transfix met 13-1-1461. |
Bron: Huizen Waardenburg en Neerijnen, inv. 1261 (p. 20-21) |